Neuscorrectie

Esthetische ingrepen aan de neus worden uitgevoerd ter correctie van de uitwendige vorm van de neus. Zo verzoeken patiënten om correctie van hun neus indien deze te groot is, scheef staat, een knobbel heeft, of andere onvolkomenheden vertoont.

Tijdens het eerste gesprek op de consultatie dient de patiënt zo open mogelijk zijn verlangens en verwachtingen ten aanzien van het resultaat van een neuscorrectie naar voren te brengen. Een neuscorrectie kan de vorm van de neus verbeteren en daarmee het zelfvertrouwen vergroten.

Van belang om te weten is dat onze chirurg van elke patiënt voor zijn of haar neus een reeks bouwstenen krijgt die hij kan heroriënteren om het gewenste resultaat van de patiënt te bereiken. De mate van welslagen van een neuscorrectie wordt verder niet alleen bepaald door de chirurg maar ook door de kwaliteit van de basisstructuren van de neus zoals het benig- en kraakbenig neusskelet en de huid van de neus. De chirurg zal dan ook tijdens het gesprek wijzen op wat al dan niet mogelijk is. Onrealistische verwachtingen naar resultaat van een neuscorrectie zullen na de operatie immers tot teleurstelling kunnen leiden. 

Operatieve ingrepen ter correctie van de uitwendige vorm van de neus (rhinoplastiek) worden onder meer uitgevoerd om:

  • de neus in zijn geheel te verkleinen
  • de tip van de neus te verbeteren
  • een knobbel van de neusrug te verwijderen
  • een scheefstaande neus recht te zetten
  • de hoek tussen neus en bovenlip te verbeteren

Bij elke neuscorrectie wordt ook de binnenzijde van de neus bekeken en zo nodig aangepakt om de passage van de lucht langs de neus goed te houden of te verbeteren. Dit deel van de operatie is terugbetaald door de mutualiteit.

 

Voor de behandeling: 
  • Voor de operatie zullen klinische foto's van het aangezicht worden gemaakt.
  • De neusdoorgangkelijkheid zal besproken worden.
  • Met een hoofdlamp en klein neusspeculum zal de interne structuur van de neus onderzocht worden.
Na de behandeling: 
  • Na één nachtje in het ziekenuis gaan de patiënten naar huis.
  • De neusdoorgangkelijkheid is tot aan de eerste controle, 6 dagen na de operatie, verstopt door de aanwezigheid van een tampon of splint in de neus.
  • Op de neus staat meestal een plastic spalkje dat bij de eerste controle zal worden verwijderd. Dit spalkje dient de patiënt de daaropvolgende 5 weken tijdens de nacht te dragen.
  • Opzij van de neus, ter hoogte van de onderoogleden kan de eerste dag na de operatie een flinke zwelling ontstaan. Deze verdwijnt spontaan na enkele dagen zodat de patiënt of zijn familie hiervan niet hoeven te schrikken.
  • Soms is er aanwezigheid van een bloeduitstorting ter hoogte van ogen.
  • De neus zelf zal beperkte zwelling vertonen, deze verdwijnt geleidelijk aan. Een geringe zwelling kan nog gedurende enkele maanden aanwezig zijn.
  • Contactsporten dienen de eerste 6 weken te worden vermeden.
  • Ook na de operatie zullen regelmatig klinische foto's worden genomen.
De behandeling gebeurt in: