Wat doe ik met mijn bloedverdunners?

Er wordt onderscheid gemaakt tussen zwakke en krachtige bloedverdunners.

  • Zwakke bloeddunners zijn meestal aspirine afgeleiden (Asaflow, Cardioaspirine)
    • Deze dienen niet gestopt te worden voor de meest ingrepen.
    • Voor meer uitgebreide behandelingen zoals cosmetische ingrepen dienen deze minstens een week op voorhand gestopt te worden om bloeduitstortingen ('blauwe plekken") tot een minimum te beperken.
    • Bij een ingreep onder narcose dient u met de chirurg te overleggen wat u best doet met deze zwakke bloedverdunners.
  • Sterke bloedverdunners zijn meestal clopidogrel (Plavix) of coumarine (Marevan, Marcoumar)
    • Worden altijd afgebouwd
    • Ze worden vervangen door dagelijkse spuitjes in de buik (Fraxiparine, Fraxodi, Clexane). De dag van de ingreep krijgt u geen spuitje.
    • Indien het medisch een te groot risico zou zijn om de bloedverdunners te stoppen dient dit eerst besproken te worden met de chirurg.

Bij twijfel contacteert u best uw huisarts of onze dienst voor overleg.